In het Engels zijn er verschillende manieren om over de toekomst te praten en de future continuous is daar één van. Deze tijd wordt hieronder uitvoerig besproken.
Future continuous uitleg
De future continuous gebruikt men om te praten over een activiteit in de toekomst die aan het gebeuren is op het moment waarover je spreekt. Als je deze tijd gebruikt benadruk je dus het feit dat die actie bezig zal zijn.
- This time next month, I will be cycling through Belgium.
Vorm van de future continuous
Future continuous affirmatief
Als je de positieve vorm van de future continuous wil vormen heb je drie delen nodig:
will + be + ing vorm van het hoofdwerkwoord
Ik ga dezelfde les geven /zal dezelfde les aan het geven zijn volgend jaar. | I will be teaching the same course next year. |
Volgende week zal ik aan het koken zijn voor mijn vriendin. | Next week I will be cooking for my girlfriend. |
Bij de positieve vorm van de future continuous kan je ook een verkote vorm gebruiken. Het gaat dan om de verkorte vorm van ‘will’. deze vorm is <ll>.
Bijvoorbeeld: I‘ll be skiing
Future continuous negatief
Als je de negatieve vorm van de future continuous wil vormen heb je ‘not’ nodig. Je plaats ‘not’ na ‘will’ in de zin. Je hebt dus vier delen nodig:
will + not + be + ing vorm van het hoofdwerkwoord
Ik ga niet dezelfde les geven/zal niet dezelfde les aan het geven zijn volgend jaar. | I will not be teaching the same course next year. |
Volgende week zal ik niet aan het koken zijn voor mijn vriendin. | Next week I will not be cooking for my girlfriend. |
Ook bij de negatieve vorm kan je de verkorte vorm gebruiken. ‘Will not’ wordt dan ‘won’t’.
Bijvoorbeeld: I won’t be teaching
Future continuous als vraag
Als je een vraag wil vormen in deze tijd moet je de woordvolgorde veranderen. De juiste volgorde wordt dan:
will + onderwerp + be + ing vorm van het hoofdwerkwoord
Zal ik dezelfde les geven/aan het geven zijn volgend jaar? | Will I be teaching the same course next year? |
Zal ik volgende week aan het koken zijn voor mijn vriendin? | Will I be cooking for my girlfriend next week? |
Voorbeelden
Positief | Negatief | Vraagzinnen |
---|---|---|
He will be playing They will be listening | He will not be playing They will not be listening | Will he be playing? Will they be listening? |