Je kan niet enkel praten over dingen in het verleden en het heden, maar ook over dingen in de toekomst. Voor een overzicht van de meest voorkomende future tenses, klik hier. Een andere manier om over de toekomst te praten is de future van can en must.
Je kan can en must gebruiken om over de toekomst te praten, maar de vorm is anders omdat deze werkwoorden geen infinitief hebben.
Op deze pagina heb je een oefening over can en must in de toekomst. De bedoeling is dat je de juiste vorm van deze werkwoorden invult. Let op dat want alle zinnen gaan over de toekomst!
Hieronder vind je de oefening:
Future van Can en Must Oefening 2
Vervolledig deze zinnen met de juiste vorm van can of must in de toekomst.
1.
The bad boy is being rude so he (must) go to the principal's office.2.
It's too dangerous to go there so you (cannot) have a picnic there.3.
If you want, you (can) invite your friends and have a BBQ in our garden.4.
I broke my leg so I (cannot) run the London marathon next month.5.
You (must) attend next week's online lecture because it's a requirement to pass the course.6.
After getting a degree, you (can) find a good job that pays well.7.
If the schools rules change, students (can) bring bluetooth speakers to school.8.
This road will be closed next week so no one (can) use it.9.
My cousin won €30 million so he (can) buy a Bugatti.10.
Once you have your driver's license and you will be driving your own car, you (cannot) use your phone in the car anymore.