Future van Can en Must Oefening 5

Je kan niet enkel praten over dingen in het verleden en het heden, maar ook over dingen in de toekomst. Voor een overzicht van de meest voorkomende future tenses, klik hier. Een andere manier om over de toekomst te praten is de future van can en must.

Je kan can en must gebruiken om over de toekomst te praten, maar de vorm is anders omdat deze werkwoorden geen infinitief hebben.

Op deze pagina heb je een oefening over can en must in de toekomst. De bedoeling is dat je de juiste vorm van deze werkwoorden invult. Let op dat want alle zinnen gaan over de toekomst!

Hieronder vind je de oefening:

Future van Can en Must Oefening 5

Vervolledig deze zinnen met de juiste vorm van can of must in de toekomst.
1.
He is grounded because of his bad grades so he (cannot) go to the concert next week.
2.
I (can) play tennis next week because I broke my leg.
3.
My friend is taking cooking classes so he (can) cook us dinner in a few weeks!
4.
They start renovating our school next month and they are closing off some corridors for our safety. This means we (cannot) use them for a while.
5.
She is wearing earplugs so she (cannot) hear her alarm tomorrow morning.
6.
They told me to be on time so I (must) get up early tomorrow.
7.
When the new movie theatre opens, visitors (cannot) bring their own drinks and food.
8.
This means that visitors (must) buy food and drinks at the shop inside the building.
9.
My car broke down so I (cannot) get to work tomorrow.
10.
Once my mother gets a new pair of glasses, she (can) see clearly again.

Meer oefeningen