Past Habits Oefening 2

In het Engels kan je makkelijk praten over gewoontes of een toestand in het verleden. Past habits of habits in de past kan je op verschillende manieren uitdrukken in het Engels.

Dit is een oefening waarin je een toestand of gewoonte in het verleden op de juiste manier moet uitdrukken.

Hieronder vind je de oefening:

Past Habits Oefening 2

Dit is een oefeningen over gewoontes en toestanden in het verleden. Kies tussen used to + infinitief en would + infinitief.
1.
My father (to drink) a cup of coffee each morning when he was young.
2.
This book (not, to be) this heavy!
3.
I (to feel) good when I talked to her.
4.
My sister (always, to eat) cereal for breakfast.
5.
Grandfather (to tell) us jokes when we were young.
6.
This window (not, to be) stuck.
7.
An iphone (not, to have) a big screen.
8.
He (to take) notes each class.
9.
Our neighbours (always, to make) a lot of noise after 10 pm.
10.
I (to outsmart) people very easily.

Meer oefeningen