Als je wil praten over de toekomst (of de future in het Engels) kan je dit op verschillende manieren doen en de future van can en must is daar één van. De verschillende mogelijkheden worden vergeleken en naast elkaar gezet op deze pagina.
Die mogelijkheden kan je gebruiken voor bijna alle werkwoorden, maar er zijn natuurlijk enkele uitzonderingen. Dit artikel gaat over twee van die uitzonderingen: de future van can en must.
De future van can en must
Als je can en must wil uitdrukken in de toekomst kan je niet de normale tijden gebruiken omdat deze werkwoorden geen infinitief hebben. Normaal zou je bijvoorbeeld will + infinitief nemen, of to be going to + infinitief. Bij deze werkwoorden gaat dit niet aangezien ze geen infinitief hebben.
Om deze simpele reden zijn er enkele structuren die je wel kan gebruiken om de future van can en must uit te drukken. Hieronder heb je een kort overzicht van de verschillende mogelijkheden, afhankelijk van wat er juist bedoeld wordt. Onder dit overzicht wordt elke vorm uitvoerig besproken.
Can drukt mogelijkheid/onmogelijkheid uit | will be able to / won’t be able to |
Can drukt toestemming uit | will be allowed to |
Must drukt verplichting uit | will have to |
Cannot en must not drukken verbod uit | won’t be allowed to |
Uitdrukken van geen verplichting | won’t have to / won’t need to |
Hieronder nog een overzicht van het verschil tussen deze werkwoorden in de tegenwoordige tijd en toekomst.
Tegenwoordige tijd | Toekomst |
---|---|
can (mogelijkheid) | will be able to ‘ll be able to |
cannot (onmogelijkheid) | will not be able to won’t be able to |
can (toestemming) | will be allowed to ‘ll be allowed to |
must (verplichting) | will have to ‘ll have to |
cannot (verbod) | will not be allowed to won’t be allowed to |
must not (verbod) | will not be allowed to won’t be allowed to |
Can of cannot drukt mogelijkheid of onmogelijkheid uit (ability/no ability)
Wanneer je ‘can’ wil gebruiken om over de toekomst te praten in de betekenis of iets al dan niet mogelijk is gebruik je de volgende structuur:
- mogelijkheid: will be able to
- onmogelijkheid: won’t be able to
Enkele voorbeelden:
Nederlands | Engels |
---|---|
Je zal terug bezoek kunnen ontvangen. | You will be able to have visitors again. |
Wij zullen niet naar school kunnen door de sneeuw. | We won’t be able to go to school because of the snow. |
Can drukt toestemming uit (permission)
Wanneer ‘can’ wordt gebruikt om toestemming uit te drukken gebruik je:
- will be allowed to
Enkele voorbeelden:
Nederlands | Engels |
---|---|
Ja zal je gsm mogen gebruiken. | You will be allowed to use your phone. |
Je zal naar het toilet mogen gaan. | You will be allowed to go to the restroom. |
Must drukt een verplichting uit (obligation)
Als je ‘must’ wil gebruiken wanneer je over een verplichting praat, gebruik je:
- will have to
Enkele voorbeelden:
Nederlands | Engels |
---|---|
Je zal op tijd moeten komen. | You will have to be on time. |
Wij zullen moeten betalen. | We will have to pay. |
Can’t en mustn’t drukken een verbod uit (prohibition)
Als je “can’t” en “mustn’t” wil gebruiken en deze drukken een verbod uit gebruik je:
- won’t be allowed to
Enkele voorbeelden:
Nederlands | Engels |
---|---|
Je zal niet mogen bellen. | You won’t be allowed to make a call. |
Wij zullen niet te veel mogen eten. | We won’t be allowed to eat too much. |
Geen verplichting
Als je wil zeggen dat iets niet verplicht is gebruik je:
- won’t have to
- won’t need to
Enkele voorbeelden:
Nederlands | Engels |
---|---|
Je zal niet moeten betalen. | You won’t have to pay. |
Wij zullen niet moeten luisteren. | We won’t need to listen. |
Oefeningen
- Future van Can en Must Oefening 1
- Future van Can en Must Oefening 2
- Future van Can en Must Oefening 3
- Future van Can en Must Oefening 4
- Future van Can en Must Oefening 5