Lidwoorden in het Engels zijn één van de basiselementen die je nodig hebt als je een zin wil vormen. Heel veel zinnen hebben lidwoorden en iedereen gebruikt ze dagelijks. Maar wat zijn ze juist en wanneer weet je welk lidwoord je juist moet gebruiken? Dit artikel geeft een volledig overzicht van de lidwoorden in het Engels.
Lidwoorden in het Engels
Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord en zorgt er voor dat je weet of het over iets specifiek of niet specifiek gaat.
Concreet wil dit zeggen dat je aan de hand van het lidwoord kan zien of het over een specifiek zelfstandig naamwoord gaat, of eerder over iets in het algemeen. Hieronder vind je een voorbeeld:
Na een lange tocht smaakt een goede maaltijd. | After a long trip, a nice meal tastes really good. |
Na de lange tocht smaakte de maaltijd. | After the long trip, the meal tasted really good. |
In de eerste zin gaat het om eender welke tocht en eender welke maaltijd. In de tweede zin gaat het om een specifieke tocht en een specifieke maaltijd.
Onbepaalde en bepaalde lidwoorden
Lidwoorden in het Engels bestaan uit onbepaalde en bepaalde lidwoorden. ‘A’ en ‘an’ zijn onbepaald, ’the’ is een bepaald lidwoord.
Onbepaalde lidwoorden – a of an
‘A’ en ‘an’ zijn onbepaalde lidwoorden. Dit wil zeggen dat je op basis van de context niet weet over wie of wat het gaat. Deze lidwoorden gaan over algemene dingen en worden enkel gebruikt voor zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud. Als je onbepaalde zelfstandige naamwoorden hebt in het meervoud gebruik je geen lidwoord.
- ‘A’ gebruik je wanneer het eerstvolgende woord begint met een medeklinker of met een klinker die als medeklinker wordt uitgesproken.
- ‘An’ gebruik je wanneer het eerstvolgende woord begint met een klinker of medeklinker die niet uitgesproken wordt.
een boek | a book |
een uniform | a uniform |
een hond | a dog |
een autobiografie | an autobiography |
een eerlijke man | an honest man |
een eervolle vermelding | an honourable mention |
bloemen | flowers |
auto’s | cars |
In deze voorbeelden gaat het over algemene dingen. Men heeft het niet over één specifieke hond of over een specifiek boek. Gewoon hond en boek in het algemeen. Dit geldt ook voor het meervoud. Men verwijst niet naar specifieke bloemen maar naar bloemen in het algemeen.
Bepaalde lidwoorden – the
‘The’ is het bepaald lidwoord in het Engels. Dit lidwoord wordt gebruikt als je specifiek wil benoemen over welk ding het gaat. ‘The’ kan gebruikt worden voor zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud, meervoud en ook bij ontelbare zelfstandige naamwoorden. Wanneer iemand dit gebruikt weet jij aan de hand van de context over welk specifiek voorwerp het gaat.
het boek | the book |
de hond | the dog |
de eerlijke man | the honest man |
de autobiografie | the autobiography |
Plaats van het lidwoord
Lidwoorden in het Engels plaats je voor het zelfstandig naamwoord waarover het gaat. Indien er ook een adjectief staat, dan plaats je het lidwoord voor het adjectief.
de mooie auto | the beautiful car |
een kleine bloem | a small flower |
de boom | the tree |
de blauwe muur | the blue wall |
Lidwoorden oefeningen
- Onbepaald Lidwoord Oefening 1
- Onbepaald Lidwoord Oefening 2
- Onbepaald Lidwoord Oefening 3
- Onbepaald Lidwoord Oefening 4
- Onbepaald Lidwoord Oefening 5
- Lidwoorden Engels Oefening 1
- Lidwoorden Engels Oefening 2
- Lidwoorden Engels Oefening 3
- Lidwoorden Engels Oefening 4
- Lidwoorden Engels Oefening 5