Adjectief of Adverb Oefening 3

Adjectieven en bijwoorden (of adverbs) in het Engels worden vaak gebruikt, maar soms is het verschil niet altijd duidelijk. Het verschil heeft te maken met het woord waarover het adjectief of bijwoord meer informatie geeft.

Je gebruikt een adjectief om meer informatie te geven over een zelfstandig naamwoord. Een bijwoord (of adverb) geeft meer informatie over een werkwoord, een adjectief, of een ander bijwoord.

Dit is een oefening waarbij je de juiste vorm van het woord moet invullen.

Hieronder vind je de oefening:

Adjectief of Adverb Oefening 3

Kies tussen adjectief en adverb en vul de juiste vorm in in onderstaande zinnen.
1.
The intricate sculpture stands (majestical) in the park.
2.
The (fluffy) clouds drift (lazy) across the sky.
3.
She paints (masterful) with bold strokes.
4.
The quaint village nestles (peaceful) among the hills.
5.
He writes (real) (eloquent) about social issues
6.
The (sparkling) diamond glitters (radiant) on her finger.
7.
The lion in the zoo roars (majestic).
8.
The rickety old bridge creaks (ominous) as we cross.
9.
He drives (reckless), swerving through traffic.
10.
The (delicate) glass vase shatters (easy) on the floor.

Meer oefeningen