Past Simple of Past Continuous Oefening 4

Soms is het niet direct duidelijk welke tijd je moet gebruiken om over het verleden te praten: past simple of past continuous. Dit zijn de twee tijden die het meest gebruikt worden om over het verleden te praten.

Je gebruikt de past simple voor korte, eenmalige acties en gewoontes in het verleden. De past continuous gebruik je voor acties in het verleden waarbij de nadruk ligt op de duur van deze acties of wanneer een actie bezig was.

Past simple of past continuous oefening

Om het verschil tussen deze tijden duidelijk te maken heb je op deze pagina een oefening waarbij je moet kiezen tussen past simple of past continuous.

Hieronder vind je de oefening:

Past Simple of Past Continuous Mixed Oefening 4

Vervolledig deze zinnen met de juiste vorm van het werkwoord tussen haakjes. Kies tussen de past simple en past continuous.
1.
He (to talk) to his friends when he (to see) a parrot.
2.
While we (to have) dinner, I (to get) a call from Barack Obama.
3.
I (to buy) an umbrella because it (to rain) all day.
4.
They (to scream) to get the attention of the neighbours.
5.
My iPhone (to charge) the whole night.
6.
She (to make) exercises while she (to listen) to music.
7.
He (constantly, to check) his watch. So annoying!
8.
My friend and me (always, to go) to school by bike.
9.
You (not, to help) me at all. Why (I, to call) you again?
10.
Stop nagging! You (to get) what you (to want).

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels