Which, Witch of With Oefening 3

In het Engels maakt men veel fouten bij het gebruik van which, witch en with. Deze woorden lijken op elkaar en worden bijna op dezelfde manier uitgesproken, maar hebben een andere betekenis. Veel mensen weten niet goed wat het verschil is en wanneer ze welk woord moeten gebruiken.

Hier vind je een oefening over het verschil tussen which, witch en with

Hieronder vind je de oefening:

Which, Witch of With Oefening 3

Vervolledig onderstaande zinnen met which, witch of with.
1.
They want to watch TV us.
2.
one do you prefer?
3.
She dressed up as a for Halloween.
4.
car are we driving today?
5.
She was talkative today, was probably because she was nervous.
6.
I don’t like tea milk and sugar.
7.
People say my grandma looks like a .
8.
They opened the package a knife.
9.
My friend lives in a house a big garden.
10.
is the capital of England?

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels