Onregelmatige Werkwoorden

In het Engels zijn er twee soorten werkwoorden: regelmatige en onregelmatige werkwoorden.

Hier vind je een lijst van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden. Het is een overzichtelijke lijst die je makkelijk kunt gebruiken tijdens het studeren. Onderaan de pagina vind je ook 25 oefeningen over de onregelmatige werkwoorden.

Onregelmatige werkwoorden

Er zijn heel veel onregelmatige werkwoorden in het Engels en hieronder vind je een overzicht van de werkwoorden die vaak gebruikt worden. Soms is de verleden tijd dezelfde als het voltooid deelwoord, maar soms ook niet. Gewoon uit het hoofd leren is de boodschap!

InfinitiefVerleden TijdVoltooid DeelwoordVertaling
to bewas, werebeenzijn
to becomebecamebecomeworden
to beginbeganbegunbeginnen
to bendbentbentbuigen
to betbetbetwedden
to bindboundboundbinden
to bitebitbittenbijten
to bleedbledbledbloeden
to blowblewblownblazen, waaien
to breakbrokebrokenbreken
to bringbroughtbroughtbrengen
to buildbuiltbuiltbouwen
to burnburnt, burnedburnt, burned(ver)branden
to buyboughtboughtkopen
to catchcaughtcaughtvangen
to choosechosechosenkiezen
to comecamecomekomen
to costcostcostkosten
to cutcutcutsnijden, knippen
to dealdealtdealthandelen
to digdugduggraven
to dodiddonedoen
to drawdrewdrawntrekken, tekenen
to dreamdreamt, dreameddreamt, dreameddromen
to drinkdrankdrunkdrinken
to drivedrovedrivenrijden, besturen
to eatateeateneten
to fallfellfallenvallen
to feedfedfed(zich) voeden
to feelfeltfelt(zich) voelen
to fightfoughtfoughtvechten
to findfoundfoundvinden
to fleefledfledvluchten
to flyflewflownvliegen
to forbidforbadeforbiddenverbieden
to forgetforgotforgottenvergeten
to forgiveforgaveforgivenvergeven
to freezefrozefrozenvriezen
to getgotgotkrijgen
to givegavegivengeven
to gowentgonegaan
to growgrewgrowngroeien, kweken
to hanghunghunghangen
to havehadhadhebben
to hearheardheardhoren
to hidehidhidden(zich) verbergen
to hithithittreffen, slaan
to holdheldheldhouden
to hurthurthurtzich bezeren, pijn doen
to keepkeptkepthouden
to knowknewknownweten, kennen
to laylaidlaidleggen
to leadledledleiden
to learnlearnt, learnedlearnt, learnedleren
to leaveleftleftverlaten, laten
to lendlentlent(uit)lenen
to letletletlaten, verhuren
to lielaylainliggen
to lieliedliedliegen
to lightlitlitaansteken
to loselostlostverliezen
to makemademademaken
to meanmeantmeantbetekenen, bedoelen
to meetmetmetontmoeten
to paypaidpaidbetalen
to putputputplaatsen
to readreadreadlezen
to rideroderiddenrijden
to ringrangrungbellen, klinken
to riseroserisenopstaan, stijgen
to runranrunrennen
to saysaidsaidzeggen
to seesawseenzien
to sellsoldsoldverkopen
to sendsentsentsturen
to setsetsetzetten
to shakeshookshakenschudden
to shineshoneshoneschijnen
to shootshotshotschieten
to showshowedshowntonen
to shutshutshutsluiten
to singsangsungzingen
to sinksanksunkzinken
to sitsatsatzitten
to sleepsleptsleptslapen
to smellsmelt, smelledsmelt, smelledruiken, stinken
to speakspokespokenspreken
to spellspelt, spelledspelt, spelledspellen
to spendspentspentuitgeven, doorbrengen
to spoilspoilt, spoiledspoilt, spoiledbederven, verwennen
to standstoodstoodstaan
to stealstolestolenstelen
to stickstuckstucksteken, plakken
to stinkstank, stunkstank, stunkstinken
to strikestruckstruckslaan, staken
to swearsworeswornzweren, vloeken
to swimswamswumzwemmen
to taketooktakennemen
to teachtaughttaughtonderwijzen
to teartoretornscheuren
to telltoldtoldzeggen, vertellen
to thinkthoughtthoughtdenken
to throwthrewthrowngooien
to understandunderstoodunderstoodbegrijpen, verstaan
to wakewokewokenontwaken, wekken
to wearworeworndragen (van kleren)
to winwonwonwinnen
to writewrotewrittenschrijven

Oefeningen onregelmatige werkwoorden

Gerelateerde artikels

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *