Can of Can’t Oefening 1

Can en Can’t zijn modal verbs en worden in andere situaties gebruikt. Sommige mensen weten niet wanneer je can gebruikt en in welke soort zinnen je can’t moet gebruiken.

Can gebruik je om toestemming of mogelijkheid uit te drukken of wanneer iemand over een bepaalde vaardigheid beschikt. Can’t gebruik je wanneer iets onmogelijk is of wanneer iemand niet over een bepaalde vaardigheid beschikt.

Dit is een oefening over het verschil tussen can en can’t.

Hieronder vind je de oefening:

Can of Can't Oefening 1

Vervolledig onderstaande zinnen met can of can't.
1.
That restaurant is always empty so it be that good.
2.
He has just won the lottery. He be out of money!
3.
They buy a Porsche because they have a lot of money.
4.
Please tell me you read?
5.
Don't tell me you read!
6.
I borrow your pencil?
7.
No! You borrow my pencil because you did not give it back last time you borrowed it.
8.
My sister is busy so she come to my birthday party next week.
9.
he drive a car?
10.
We go to festivals again now the lockdown is over.

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels