Your of You’re Oefening 1

In het Engels maakt men veel fouten bij het gebruik van your en you’re. Deze woorden lijken op elkaar en worden op dezelfde manier uitgesproken, maar hebben een andere betekenis. Zelfs moedertaalsprekers maken vaak deze fout!

Hier vind je een oefening over het verschil tussen your en you’re.

Hieronder vind je de oefening:

Your of You're Oefening 1

Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm: your of you're.
1.
What's problem?
2.
I think this is dog.
3.
doing a great job!
4.
Could you give me number, please?
5.
I want to know what thinking right now.
6.
killing it at new job!
7.
I don't know what sister wants.
8.
Is this book?
9.
always listening when he's talking.
10.
I don't want to live by rules.

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels