In het Engels zijn er verschillende manieren om de toekomst uit te drukken en de ‘will-future’ (of future simple) is daar één van. Op deze pagina vind je een uitgebreid overzicht van wanneer je deze tijd gebruikt, hoe je hem vormt en je vindt hier ook voorbeelden.
Will-future uitleg
De will-future wordt ook wel de future simple genoemd in het Engels. In principe is de eerste benaming makkelijker omdat je direct weet hoe deze tijd er uit ziet.
Hieronder heb je meer uitleg in welke situaties je deze tijd gebruikt:
Wanneer je iets wil zeggen over de ‘zuivere’ toekomst waaraan je niets kan veranderen. Wat je ook doet, het gaat gebeuren in de toekomst.
- I have just seen the weather report. It will rain tomorrow.
Wanneer je een spontane beslissing maakt op het moment zelf zonder hier voordien over na te denken.
- Oh no! She has just fainted. I will call an ambulance right away.
Een voorspelling of mening over de toekomst en meningen die beginnen met ‘I think’ of ‘I believe’.
- I think she will pay me back next week.
Vorm van de will-future
Will-future affirmatief
Het vormen van een positieve zin met de will-future (of future simple) is vrij makkelijk. Zoals de naam al doet vermoeden neem je ‘will’ en je zet dit voor de infinitief van het hoofdwerkwoord.
will + infinitief
De zon gaat schijnen | The sun will shine |
Het gaat regenen | It will rain |
Zij gaan geld verspillen | They will waste money |
Je kan in plaats van ‘will’ ook de verkorte vorm <‘ll> gebruiken. De verkorte vorm komt veel vaker voor bij mondelinge communicatie, maar kan ook wel in geschreven Engels.
De lange vorm wordt meer gebruikt in schriftelijke communicatie. Twee voorbeelden van de verkorte vorm:
Ik zal naar de winkel gaan | I‘ll go to the store |
Hij zal/gaat zijn baas bellen | He‘ll call his boss |
Will-future negatief
De negatieve vorm van de will-future is ook niet zo moeilijk. Je neemt ‘will’, gevolgd door not en de infinitief van het hoofwerkwoord.
will not + infinitief
De zon gaat niet schijnen | The sun will not shine |
Het gaat niet regenen | It will not rain |
Zij gaan geen geld verspillen | They will not waste money |
Ook bij de negatieve vorm van de will-future heb je een verkorte vorm. Deze verkorte vorm komt ook meestal voor bij mondelinge communicatie. Bij de verkorte vorm zeg je ‘won’t’ in plaats van ‘will not’. Hieronder twee voorbeelden:
Ik zal niet naar de winkel gaan | I won’t go to the store |
Hij gaat/zal zijn baas niet bellen | He won’t call his boss |
Will-future als vraag
Als je een vraag wil stellen met de will-future heb je drie elementen nodig:
will + onderwerp + infinitief
Zal ik naar de winkel gaan? | Will I go to the store? |
Zal hij zijn baas bellen? | Will he call his boss? |
Gaan/Zullen ze geld verspillen? | Will they waste money? |
Voorbeelden
Positief | Negatief | Vraagzinnen |
---|---|---|
I will buy He will drink They will be | I will not buy He will not drink They will not be | Will I buy? Will he drink? Will they be? |
Will-future oefeningen
- Will-future Oefening 1
- Will-future Oefening 2
- Will-future Negatief Oefening 1
- Will-future Negatief Oefening 2
- Will-future Vraag Oefening 1
- Will-future Vraag Oefening 2
- Will-future Mixed Oefening 1
- Will-future Mixed Oefening 2
- Will-future Mixed Oefening 3
- Wil-future Mixed Oefening 4
- Will-future Mixed Oefening 5