Adjectieven en bijwoorden (of adverbs) in het Engels worden vaak gebruikt, maar soms is het verschil niet altijd duidelijk. Het verschil heeft te maken met het woord waarover het adjectief of bijwoord meer informatie geeft.
Je gebruikt een adjectief om meer informatie te geven over een zelfstandig naamwoord. Een bijwoord (of adverb) geeft meer informatie over een werkwoord, een adjectief, of een ander bijwoord.
Dit is een oefening waarbij je de juiste vorm van het woord moet invullen.
Hieronder vind je de oefening:
Adjectief of Adverb Oefening 1
Kies tussen adjectief en adverb en vul de juiste vorm in in onderstaande zinnen.
1.
She sings (beautiful) in the choir every Sunday.2.
He speaks Spanish (fluent) and is a translator for several companies.3.
The dog barks (loud) at the mailman every morning, causing quite a disturbance in the neighbourhood.4.
The cake tastes (delicious) and looks stunning with its intricate decoration.5.
He runs (fast) and is a top athlete in his field.6.
She walks (graceful) down the runway, impressing the crowd with her elegance.7.
That is a (colourful) flower in the garden.8.
He drives (careful) on the highway, always making sure to obey the speed limit.9.
She works (hard) to achieve her goals and is known for her dedication and determination.10.
The movie was (exciting) with non-stop action and plot twists that kept the audience on the edge of their seats.Meer oefeningen
- Adjectief of Adverb Oefening 2
- Adjectief of Adverb Oefening 3
- Adjectief of Adverb Oefening 4
- Adjectief of Adverb Oefening 5