De first conditional is een if-zin in het Engels die je gebruikt voor realistische situaties in het heden en in de toekomst. Je hebt een voorwaarde en het resultaat wanneer er aan die voorwaarde wordt voldaan. Het werkwoord in de if-zin staat in de present simple en het werkwoord in de hoofdzin zet je in de will-future (will + infinitief).
Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het werkwoord moet invullen.
Hieronder vind je de oefening:
First Conditional Oefening 5
Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm van het werkwoord in de first conditional.
1.
John (not, to go) to the park if it (to rain).2.
My sister (to buy) a new house if she (to win) the lottery.3.
You (to feel) sick if you (to eat) too much junk food.4.
Harry (to stay) home if it (to rain).5.
Spencer (to buy) wine if he (to expect) company.6.
If you (to give) me your address, I (to send) you a card.7.
Sarah (to repair) her table if she (to have) free time.8.
The grass in my garden (to grow) if it (to stop) freezing.9.
If Ron (to find) the courage, he (to tell) her how he feels.10.
The teacher (to be) late if he (not, to hurry).