First Conditional Oefening 3

De first conditional is een if-zin in het Engels die je gebruikt voor realistische situaties in het heden en in de toekomst. Je hebt een voorwaarde en het resultaat wanneer er aan die voorwaarde wordt voldaan. Het werkwoord in de if-zin staat in de present simple en het werkwoord in de hoofdzin zet je in de will-future (will + infinitief).

Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het werkwoord moet invullen.

Hieronder vind je de oefening:

First Conditional Oefening 3

Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm van het werkwoord in de first conditional.
1.
She (to read) that book if you (to give) it to her.
2.
I (to follow) the instructions if you (to tell) me what to do.
3.
Rhinos (to go extinct) if we (not, to protect) them.
4.
I (to open) the door if I (to find) my keys.
5.
He (to go) to London if they (to open) the borders again.
6.
If you (to have) sand, she (to build) you a beautiful castle.
7.
They (to feed) our dog if we (to go) on holiday.
8.
I (not, to tell) you what happened if I (to forget).
9.
He (to hold) the line if his boss (to be) unavailable.
10.
If my brother (to find) his book, he (to study).

Meer oefeningen over de first conditional

Gerelateerde artikels