Your of You’re Oefening 4

In het Engels maakt men veel fouten bij het gebruik van your en you’re. Deze woorden lijken op elkaar en worden op dezelfde manier uitgesproken, maar hebben een andere betekenis. Zelfs moedertaalsprekers maken vaak deze fout!

Hier vind je een oefening over het verschil tussen your en you’re.

Hieronder vind je de oefening:

Your of You're Oefening 4

Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm: your of you're.
1.
They need to use computer because theirs was stolen.
2.
What about friends?
3.
I can't believe going hiking in Scotland.
4.
Are you going on own?
5.
Please tell me deepest desires.
6.
Harry followed advice and got a Chromecast.
7.
I don't know what to do without guidance.
8.
We can all see when lying.
9.
my best friend.
10.
phone is on the table.

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels