Zero Conditional Oefening 4

De zero conditional is een soort if-zin in het Engels die je gebruikt voor situaties die altijd waar of juist zijn. Meestal gebruik je deze conditional om over (wetenschappelijke) feiten te praten of om instructies te geven. Het is belangrijk dat je de werkwoorden in beide zinsdelen in de present simple zet. Zowel het werkwoord in de if-zin als het werkwoord in de hoofdzin staan in de present simple.

Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het werkwoord moet invullen.

Hieronder vind je de oefening:

Zero Conditional Oefening 4

Vervolledig deze zinnen met de juiste vorm van het werkwoord in de zero conditional.
1.
The teacher (to get) angry if we (to be) late.
2.
Bread (to rise) if you (to bake) it with yeast.
3.
It (to be) usually cheaper if you (to book) in advance.
4.
The professor (to get) annoyed when students (to use) their cellphone in class.
5.
I (to scream) if you (to scare) me.
6.
If you (to take) a shower, you (to get) wet.
7.
Children (to cry) when they (to be) hungry.
8.
If people (not, to drink), they (to die).
9.
If you (to eat) way too much in a short time, you (to vomit).
10.
I always (to watch) TV when I (to feel) sad.

Meer oefeningen over de zero conditional

Gerelateerde artikels