In het Engels heb je tijden om over het heden, het verleden en over de toekomst te praten. Wanneer je deze tijden door elkaar ziet en oefent, kan het heel ingewikkeld worden. Daarom vind je op deze pagina een uitgebreid, maar overzichtelijk schema over de past tenses.
Wanneer men spreekt over de past tenses bedoelt men de volgende tijden:
Past tenses overzicht
Op bovenstaand schema zie je het verschil tussen de past tenses op een visuele manier.
- De past simple is voor simpele, korte acties en gewoontes in het verleden.
- De past continuous gebruik je voor lange acties in het verleden.
- De past perfect simple gebruik je voor acties die gebeurden voor een andere actie in het verleden.
- De past perfect continuous gebruik je in dezelfde situaties als de past perfect, maar enkel wanneer de nadruk op de duur ligt.
Hieronder vind je ook nog een kort schema dat het verschil tussen de present tenses overzichtelijk weergeeft.
Oefeningen over de past tenses
- Past Simple of Past Continuous Oefening 1
- Past Simple of Past Continuous Oefening 2
- Past Simple of Past Continuous Oefening 3
- Past Simple of Past Continuous Oefening 4
- Past Simple of Past Continuous Oefening 5
- Past Simple of Past Perfect Oefening 1
- Past Simple of Past Perfect Oefening 2
- Past Simple of Past Perfect Oefening 3
- Past Simple of Past Perfect Oefening 4
- Past Simple of Past Perfect Oefening 5