De past perfect (simple) is een tijd in het Engels om over dingen uit het verleden te praten waarbij de actie gebeurde voor een andere actie in het verleden. De actie in de past perfect gebeurde dus in een verder verleden.
Op deze pagina heb je een oefening over het vormen van de past perfect in positieve zinnen, negatieve zinnen en vraagzinnen.
Hieronder vind je de oefening:
Past Perfect Mixed Oefening 5
Vervolledig deze zinnen door de juiste vorm van het werkwoord in de vullen in de past perfect.
1.
(they, to steal) a car before they found a bike?2.
It (to happen) before we noticed something was wrong.3.
We (not, to see) each other before we met earlier today.4.
(he, to hack) the system before they caught him?5.
He (to trust) her before she dumped him.6.
I (not, to be) to Peru before I visited Argentina.7.
She (to study) well before she took the test.8.
Someone (to call) before I had lunch.9.
(he, to take) the exam before he studied?10.
My uncle (not, to teach) me how to ride a bike before he passed away.Meer oefeningen
- Oefening 1
- Oefening 2
- Negatief Oefening 1
- Negatief Oefening 2
- Vraag Oefening 1
- Vraag Oefening 2
- Mixed Oefening 1
- Mixed Oefening 2
- Mixed Oefening 3
- Mixed Oefening 4