Past Perfect Oefening 1

De past perfect (simple) is een tijd in het Engels om over dingen uit het verleden te praten waarbij de actie gebeurde voor een andere actie in het verleden. De actie in de past perfect gebeurde dus in een verder verleden.

Op deze pagina heb je een oefening over het vormen van de past perfect.

Hieronder vind je de oefening:

Past Perfect Oefening 1

Vervolledig deze zinnen door de juiste vorm van het werkwoord in de vullen in de past perfect.
1.
Someone (to rob) us before we arrived in Spain.
2.
They (to drive) to the mall so they could get a new toaster.
3.
I (to take) the wrong turn.
4.
We (to see) the latest Black Mirror episode before we saw the film.
5.
She (to write) a whole song before she went outside.
6.
My brother (to save) money before he bought the new iPhone.
7.
I (to give) away a lot of money before I won the lottery.
8.
He (to do) an audition before he was accepted.
9.
He (to be) a huge Leonard Cohen fan before he discovered The Pixies.
10.
My friend (to sign up) for the course but it got cancelled.

Meer oefeningen