De second conditional is een if-zin in het Engels die je gebruikt om meer informatie te geven over onmogelijke en onrealistische situaties in het heden en de toekomst. Het werkwoord in de if-zin zet je in de past simple en voor het werkwoord in de hoofdzin gebruik je would + infinitief.
Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het werkwoord moet invullen.
Hieronder vind je de oefening:
Second Conditional Oefening 2
Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm van het werkwoord in de second conditional.
1.
If I (to have) time, I (to read) a book.2.
Cats (to fly) if they (to have) wings.3.
Grandpa (to run) a marathon if he younger.4.
If I (to get) a dollar for every time someone told me to shut up, I (to be) rich!5.
If they (to take) the right turn, they (to be) at their destination.6.
If it (to be) cold outside, we (to need) a warmer coat.7.
James (to cry) if he (not, to get) what he wants.8.
Our wedding photographer (to use) Photoshop if he (to have) a better computer.9.
I (to be) mad if my wife (to listen) to what I have to say.10.
She (not, to shout) if she (to know) what he had done.