Trappen Van Vergelijking Oefening 3

Adjectieven worden gebruikt om informatie te geven over zelfstandige naamwoorden. Je kan ze ook gebruiken om voorwerpen of personen met elkaar te vergelijken. Hiervoor gebruik je de trappen van vergelijking.

Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het adjectief moet invullen. Gebruik de juiste uitgang (er/est) of plaats het juiste woord voor het adjectief (more/most).

Hieronder vind je de oefening:

Trappen van Vergelijking Oefening 3

Vervolledig de zinnen met de juiste vorm van het adjectief.
1.
Baking white bread takes (long) than baking brown bread.
2.
This is the (horrific) accident I have ever seen!
3.
The tea I’m drinking right now is (sweet) than coffee.
4.
The current group of people is (noisy) than last year’s group.
5.
His thoughts are (dark) than mine.
6.
Python is the (easy) programming language to learn.
7.
She is (faithful) than her boyfriend.
8.
Wow! His hair is (greasy) than French Fries.
9.
Your book is (thin) than the one I have just read.
10.
My iPhone is (recent) than yours.

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels