Trappen Van Vergelijking Oefening 4

Adjectieven worden gebruikt om informatie te geven over zelfstandige naamwoorden. Je kan ze ook gebruiken om voorwerpen of personen met elkaar te vergelijken. Hiervoor gebruik je de trappen van vergelijking.

Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het adjectief moet invullen. Gebruik de juiste uitgang (er/est) of plaats het juiste woord voor het adjectief (more/most).

Hieronder vind je de oefening:

Trappen van Vergelijking Oefening 4

Vervolledig de zinnen met de juiste vorm van het adjectief.
1.
My computer is (fast) than your old laptop.
2.
Arnold Schwarzenegger was (muscular) than me.
3.
My brother can shout (louder) than my sister.
4.
Today is the (good) day of the year.
5.
Make sure your story is (interesting) than last time.
6.
Her coat is (soft) than her scarf.
7.
He is the (arrogant) person I have ever met.
8.
This room is (crowded) than the entrance.
9.
The test was a lot (easy) than I expected.
10.
JK Rowling is the (gifted) author of the century.

Meer oefeningen

Gerelateerde artikels