Een veel gemaakte fout in het Engels is het gebruik van to, too of two in de verkeerde context. Je spreekt deze woorden op dezelfde manier uit omdat ze sterk op elkaar lijken, maar ze hebben een andere betekenis.
Verschil to, two en two
Het verschil tussen to, too and two heeft te maken met de betekenis van deze woorden. To is een voorzetsel dat vaak wordt gebruikt om een beweging te beschrijven, too betekent ‘ook’ of ’te’ en two betekent ’twee’.
To: een voorzetsel dat naar, tot, van, om te of aan betekent. Het staat ook vaak bij een infinitief.
- I am going to Spain next week. (Ik ga volgende week naar Spanje)
- I will give this present to my sister. (Ik zal dit cadeau aan mijn zus geven)
- He needs that to run fast. (Hij heeft dat nodig om snel te lopen)
Too: ook, te (veel), of heel.
- She is too tired. (Zij is te moe)
- We want a present too. (Wij willen ook een cadeau)
- I was eating too fast. (Ik was te snel aan het eten)
Two: het cijfer twee.
- They need two books. (Zij hebben twee boeken nodig)
- I have just eaten two apples. (Ik heb net twee appels gegeten)
- She is number two. (Zij is nummer twee)
To, too of two overzicht
Op basis van uitspraak kan je niet weten welke je moet kiezen omdat to, too en two op dezelfde manier worden uitgesproken. Je moet dus kijken naar de context waarin ze voorkomen. Hieronder vind je nog een overzicht van de betekenis en het verschil:
Woord | Betekenis | Voorbeeld |
---|---|---|
to | voorzetsel dat aan, tot, naar, van of om te betekent | He needs that to run fast. |
too | ook, te (veel) | I have eaten too much candy. |
two | het cijfer twee | She wants two pies for her birthday. |
Oefeningen
- To, Too of Two Oefening 1
- To, Too of Two Oefening 2
- To, Too of Two Oefening 3
- To, Too of Two Oefening 4
- To, Too of Two Oefening 5