Past Simple Mixed Oefening 3

De past simple (of simple past) is één van de tijden in het Engels om over dingen uit het verleden te praten. Je gebruikt deze tijd vooral voor korte acties en gewoontes in het verleden. Het is belangrijk dat deze gebeurtenissen volledig voorbij zijn.

Op deze pagina heb je een oefening waarin je de juiste vorm moet invullen in de past simple. Het gaat over positieve zinnen, negatieve zinnen en vraagzinnen.

Hieronder vind je de oefening:

Past Simple Mixed Oefening 3

Vervolledig deze zinnen door de juiste vorm in te vullen in de past simple.
1.
I (to read) that book when I (to be) a child.
2.
They (to help) him when he (not, to pass) his exam.
3.
(my friend, to chop) the big tree in his garden?
4.
She (not, to buy) a new TV.
5.
We (to see) him commit a crime.
6.
Why (you, to steal) that sweater?
7.
We (to talk) about the new safety measures and (to discuss) the possible effects.
8.
The chemistry teacher (to light) a fire to show an experiment.
9.
I (not, to get) why he (not, to pay) me back.
10.
The bananas (not, to be) ripe when my mother (to buy) them.

Meer oefeningen