Past Simple Vraag Oefening 1

De past simple (of simple past) is één van de tijden in het Engels om over dingen uit het verleden te praten. Je gebruikt deze tijd vooral voor korte acties en gewoontes in het verleden. Het is belangrijk dat deze gebeurtenissen volledig voorbij zijn.

Op deze pagina heb je een oefening over het vormen van vragen in de past simple.

Hieronder vind je de oefening:

Past Simple Vraag Oefening 1

Vervolledig deze zinnen door de juiste vraag te formuleren in de past simple.
1.
(you, to buy) the new iPhone?
2.
(you, to do) your homework?
3.
(we, to deserve) to win the competition?
4.
(he, to find) what he was looking for?
5.
(my friend, to break up) with his girlfriend?
6.
(my father, to hurt) his knee?
7.
(you, to understand) what he was saying?
8.
(you, to lose) your keys?
9.
(you, to pay) the rent at the beginning of this month?
10.
(she, to protest) for the BLM movement?

Meer oefeningen