De third conditional is een soort if-zin in het Engels die je gebruikt om te fantaseren over dingen die niet gebeurd zijn in het verleden. Het werkwoord in de if-zin zet je in de past perfect (simple) en voor het werkwoord in de hoofdzin gebruik je would + have + voltooid deelwoord.
Dit is een oefening waarin je de juiste vorm van het werkwoord moet invullen.
Hieronder vind je de oefening:
Third Conditional Oefening 5
Vervolledig onderstaande zinnen met de juiste vorm van het werkwoord in the third conditional.
1.
If John (to say) something, I (to help) him.2.
Paul (to call) the police if he (to find) an envelope full of cash.3.
They (to dig) a pool if they (to buy) some shovels.4.
Coach Carter (to blow) his whistle if he (to bring) it with him.5.
Our friends (to be) late if they (not, to take) a cab.6.
If she (not, to see) the ball, it (to hit) her on the head.7.
I (to be) hungry if I (not, to eat) a full English breakfast this morning.8.
If you (to tell) me to drink more water, I (to do) it.9.
Charles (to build) a shed in his garden if he (to buy) some wood.10.
I (to write) a novel if I (to come up) with a good story idea and believable characters.