Past Simple Negatief Oefening 2

De past simple (of simple past) is één van de tijden in het Engels om over dingen uit het verleden te praten. Je gebruikt deze tijd vooral voor korte acties en gewoontes in het verleden. Het is belangrijk dat deze gebeurtenissen volledig voorbij zijn.

Op deze pagina heb je een oefening over het vormen van negatieve zinnen in de past simple.

Hieronder vind je de oefening:

Past Simple Negatief Oefening 2

Vervolledig deze zinnen door de negatieve vorm van het werkwoord in te vullen in de past simple.
1.
I (not, to cheat) on the English exam.
2.
My friend (not, to buy) a new TV just to watch Friends.
3.
They (not, to convince) their boss to give them a raise.
4.
Our boss (not, to pay) his taxes so he will be in trouble.
5.
My sister (not, to steal) an apple pie.
6.
Our father (not, to give) us any money for our birthday.
7.
It (not, to work) for us.
8.
She (not, to keep) her promise.
9.
The hooligans (not, to respect) the rules.
10.
I (not, to clean) the house because I was not expecting any company.

Meer oefeningen