Één van de tijden om over dingen in het heden de praten is de present continuous. Op deze pagina heb je een volledig overzicht van wat deze tijd juist is, wanneer je hem gebruikt en hoe je hem vormt.
Present continuous (of present progressive) uitleg
De present continuous (of present progressive) is één van de tijden in de Engelse grammatica die men gebruikt om over het heden (de tegenwoordige tijd) te praten. Belangrijk is dat je weet dat het vooral gaat om acties die bezig zijn; de nadruk ligt op de duur van een actie. Hieronder vind je een overzicht in welke context men deze tijd gebruikt:
Een actie die bezig is
- He is playing the guitar.
Een lange actie die enige tijd duurt waarbij de nadruk ligt op de duur van de actie
- I am reading a book.
Een tijdelijke gewoonte
- Right now, she is smoking a lot more because of stress at work.
Een trend die meer en meer, of steeds minder voorkomt
- More and more rich people are investing their money.
Uitdrukken van irritatie van de spreker ten opzichte van een herhaalde actie die bezig is. De spreker vindt deze actie vervelend (Bijwoorden zoals ‘always’ and ‘continuously’ worden soms in deze context gebruikt)
- I hate people who are always posting pictures of their food on Instagram.
Een actie in de toekomst wanneer het gaat over plannen of afspraken die je gemaakt hebt
- We are flying to Brussels tomorrow morning.
Vorm van de present continuous
Present continuous affirmatief
Om de present continuous (of present progressive) te vormen heb je altijd twee delen nodig. Je neemt de present simple van ’to be’ en je past het aan aan het onderwerp. Vervolgens maak je de ing-vorm van de infinitief door <ing> toe te voegen aan de infinitief.
Als je een gewone zin met de present continuous wil vormen heb je twee delen nodig: to be + ing-vorm van het hoofdwerkwoord.
Ik ben aan het wandelen | I am walking |
Jij bent aan het wandelen | You are walking |
He, zij, het is aan het wandelen | He, she, it is walking |
Wij zijn aan het wandelen | We are walking |
Jullie zijn aan het wandelen | You are walking |
Zij zijn aan het wandelen | They are walking |
Wanneer een infinitief eindigt op <e> laat je dit weg en voeg je <ing> toe.
- To write: I am writing.
Present continuous negatief
Voor de negatieve vorm gebruik je ‘not’ en plaats je dit na het hulpwerkwoord.
Ik ben niet aan het wandelen | I am not walking |
Jij bent niet aan het wandelen | You are not walking |
Hij/zij/het is niet aan het wandelen | He/she/it is not walking |
Wij zijn niet aan het wandelen | We are not walking |
Jullie zijn niet aan het wandelen | You are not walking |
Zij zijn niet aan het wandelen | They are not walking |
Present continuous als vraag
Als je een vraagzin wil maken vervoeg je het hulpwerkwoord, gevolgd door het onderwerp en dan de -ing vorm van het hoofdwerkwoord.
Ben ik aan het wandelen? | Am I walking? |
Ben jij aan het wandelen? | Are you walking? |
Is hij/zij/het aan het wandelen? | Is he/she/it walking? |
Zijn wij aan het wandelen? | Are we walking? |
Zijn jullie aan het wandelen? | Are you walking? |
Zijn zij aan het wandelen? | Are they walking? |
Signaalwoorden die aantonen dat het om een present continuous gaat
- Now, at the moment
Voorbeelden
Positief | Negatief | Vraagzinnen |
I am working He is singing | I am not working He is not singing | Am I working? Is he singing? |
Present continuous oefeningen
- Oefening 1
- Oefening 2
- Negatief Oefening 1
- Negatief Oefening 2
- Vraag Oefening 1
- Vraag Oefening 2
- Mixed Oefening 1
- Mixed Oefening 2
- Mixed Oefening 3
- Mixed Oefening 4
- Mixed Oefening 5
Gerelateerde artikels
- Present Tenses Overzicht
- Present Simple
- Present Perfect
- Present Perfect Continuous
- Future Tenses Overzicht