De passief (of passive) in het Engels is een grammaticale constructie die je gebruikt om te vertellen wat er is gebeurd zonder dat je weet (of wil zeggen) wie het heeft gedaan. Het belangrijkste is dat je vertelt wat er is gebeurd. Op deze pagina vind je een uitgebreid overzicht van wat de passief juist is, wanneer je hem gebruikt en hoe je hem vormt.
De passief
Naast actieve zinnen heb je ook passieve zinnen in het Engels. Dit noemt men ’the passive’ of ‘passive construction’. Passieve zinnen verschillen sterk van actieve zinnen omdat je de woorden in een andere volgorde plaatst en zo een andere functie krijgen in de zin.
Kort gezegd is de passief een manier om uit te drukken wie of wat iets ondergaat of ervaart in plaats van iets actief te doen. Kijk maar naar het voorbeeld bovenaan deze pagina:
- My brother is eating an apple = actief want mijn broer doe iets actief.
- The big red apple is being eaten by my brother: passief want de appel wordt gegeten en doet zelf niets.
Herkennen van de passief
Soms weet je niet goed of je te maken hebt met een actieve of een passieve zin. De makkelijkste regel om dit na te gaan is kijken of het onderwerp iets doet of niet.
- Het onderwerp doet iets actief: actieve zin
- Het onderwerp ondergaat iets: passieve zin
Als je ‘by zombies’ achter je zin plaatst, kan je dit makkelijker zien. Als deze zombies de actie van je zin uitvoeren, dan heb je te maken met een passieve zin. Bekijk onderstaande voorbeelden.
My car is stolen. |
My car is stolen by zombies. |
In de tweede zin is het duidelijk dat de zombies de actie (stelen) uitvoeren, dus deze zinnen zijn passief.
I always steal a car when I have no money. |
I always steal a car when I have no money by zombies. |
In de tweede zin voeren de zombies de actie niet uit, want het onderwerp (=I) is diegene die de auto’s steelt. Hierdoor weet je dat je te maken hebt met een actieve zin. Als je ‘by zombies’ achter de zin plaatst, houdt deze zin geen steek en heeft hij niet echt betekenis.
Gebruik van de passief
Je gebruikt de passief wanneer je wil zeggen wat iets of iemand ondergaat, in plaats van een actie uit te voeren. Je ziet dat er een duidelijk verschil is tussen onderstaande zinnen.
I am stealing a car right now. |
A car is being stolen right now. |
De eerste zin is actief want het onderwerp (=I) doet iets actief: een auto stelen. De tweede zin is passief omdat het onderwerp (=a car) iets ondergaat en zelf niets doet.
Hieronder nog enkele voorbeelden.
An apple is eaten by a bird. |
A car is hit by a tree. |
A plan is created. |
My phone is stolen. |
His watch is destroyed. |
Ook kan je de passief gebruiken wanneer je geen idee hebt wie de actie doet. Je kan zeggen dat iets of iemand de actie ondergaat zonder te vermelden wie of wat de actie uitvoert. Bekijk onderstaand voorbeeld.
The apple is eaten by my sister. |
The apple is eaten. |
Beide zinnen zijn correct en geven genoeg informatie. Als je de passief gebruikt hoef je niet te vermelden dat de appel wordt opgegeten door je zus. Het belangrijkste is dat de lezer weet dat de appel opgegeten wordt. ‘By my sister’ is extra informatie en niet noodzakelijk om te weten wat er gebeurt.
Vorm van de passief
Om de de passief te vormen in het Engels heb je telkens twee delen nodig:
to be + voltooid deelwoord
Het werkwoord ’to be’ pas je aan aan het onderwerp van de passieve zin en het voltooid deelwoord komt van het hoofdwerkwoord uit de actieve zin.
The apple is eaten |
The car was stolen. |
The book is read. |
Het onderlijnde deel is dus het werkwoord ’to be’ en het vetgedrukte woord is het voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord verandert dus nooit. ‘To be’ verandert wel, afhankelijk van het onderwerp en de tijd van de zin. De tijd waarin het werkwoord ’to be’ staat, bepaalt de tijd van de passieve zin.
Omvormen van actief naar passief
Als je de passief wil gebruiken in het Engels moet je een actieve zin passief kunnen maken. Hieronder vind je de nodige stappen om dit te doen. Bekijk eerst volgende zin:
I always eat an apple.
Bovenstaande zin is actief en om hem passief te maken moet je enkele dingen doen. Eerst zoek je naar het onderwerp in de zin. In deze zin is ‘I’ het onderwerp omdat ‘I’ de appel eet.
I always eat an apple.
De volgende stap is nagaan wat het werkwoord is en in welke tijd dit werkwoord staat. In deze zin is ‘eat’ het werkwoord en dit staat in de present simple.
I always eat an apple.
Als derde moet je zoeken wie of wat het lijdend voorwerp is. Dit wil zeggen dat je moet nagaan wie de actie ondergaat of ervaart. In deze zin is dat ‘an apple’ want de appel wordt gegeten.
I always eat an apple.
Eens je dit allemaal weet is het makkelijk om de passieve zin te vormen.
- Het lijdend voorwerp uit de actieve zin wordt het onderwerp in de passieve zin.
- Vervolgens vorm je het voltooid deelwoord van het werkwoord uit de actieve zin. Je kijkt na in welke tijd dit werkwoord stond in de actieve zin (in dit geval present simple: eat) en je zet to be in deze tijd in de passieve zin.
- Tenslotte kan je het oorspronkelijke onderwerp van de actieve zin toevoegen aan het einde van de passieve zin, voorafgegaan door ‘by’. Concreet wordt dit:
An apple is always eaten (by me).
- An apple: lijdend voorwerp uit de actieve zin wordt onderwerp in passieve zin.
- is: to be zet je in de tijd van de actieve zin (dus present simple in dit voorbeeld).
- eaten: voltooid deelwoord van het hoofdwerkwoord uit de actieve zin.
- (by me): onderwerp uit de actieve zin kan aan de passieve zin toevoegen, maar is niet nodig.
Als je een passieve zin actief moet maken, dan doe je het gewoon in de andere richting.
Tijden in de passief
Zoals hierboven al vermeld bepaalt de tijd van het werkwoord ’to be’ de tijd van de passieve zin. Het voltooid deelwoord blijft altijd hetzelfde, ongeacht de tijd, dus hier houden we niet echt rekening mee.
Als een actieve zin in de past simple staat, dan zet je in de passieve zin ’to be’ in de past simple, gevolgd door het votooid deelwoord. Staat de actieve zin in de present perfect, dan zet je ’to be’ in de passieve zin in de present perfect, gevolgd door het voltooid deelwoord. Hieronder heb je een overzicht van de verschillende tijden in de passief.
Tijd | Actief | Passief |
---|---|---|
Present simple | I clean the house. | The house is cleaned. |
Present continuous | I am cleaning the house. | The house is being cleaned. |
Present perfect | I have cleaned the house. | The house has been cleaned. |
Past simple | I cleaned the house. | The house was cleaned. |
Past continuous | I was cleaning the house. | The house was being cleaned. |
Past perfect | I had cleaned the house. | The house had been cleaned. |
Future simple | I will clean the house. | The house will be cleaned. |
Going-to future | I am going to clean the house. | The house is going to be cleaned. |
Oefeningen
- Actief of Passief Meerkeuze Oefening 1
- Actief of Passief Meerkeuze Oefening 2
- Actief of Passief Meerkeuze Oefening 3
- Actief of Passief Meerkeuze Oefening 4
- Actief of Passief Meerkeuze Oefening 5
- De Passief Oefening 1
- De Passief Oefening 2
- De Passief Oefening 3
- De Passief Oefening 4
- De Passief Oefening 5
Gerelateerde artikels
- Present Tenses Overzicht
- Past Tenses Overzicht
- Future Tenses Overzicht
- Werkwoorden
- Onregelmatige Werkwoorden