De third conditional is een if-zin in het Engels die je gebruikt om over ingebeelde situaties in het verleden te praten.
De second conditional is een if-zin in het Engels die je gebruikt om over onmogelijke of onrealistische dingen te praten in het heden of in de toekomst.
De first conditional in het Engels is een if-zin die je kan gebruiken om te praten over realistische voorwaarden in de toekomst.
De zero conditional in het Engels is een if-zin die je kan gebruiken om te praten over situaties die altijd juist of waar zijn zoals algemene waarheden.
De present perfect continuous is een tijd die je gebruikt wanneer er een link is tussen het heden en het verleden en wanneer de nadruk ligt op de duur.
Kleuren zijn belangrijk in het Engels omdat ze vaak gebruikt worden. Dit is een oefening waarbij je de juiste kleur moet geven in het Engels..
Kleuren zijn belangrijk in het Engels omdat ze vaak gebruikt worden. Dit is een oefening waarin je kleuren naar het Engels moet vertalen.
Kleuren vormen een belangrijk deel van de woordenschat omdat ze dagelijks gebruikt worden. In dit artikel heb je een overzicht van de meest gebruikte kleuren.
Purpose en reason clauses zijn bijzinnen die meer informatie geven over de hoofdzin. Ze geven het doel of de reden van de actie in de hoofdzin.
Purpose en reason clauses in het Engels zijn bijzinnen die je gebruikt om het doel of de reden uit te drukken van de handeling in de hoofdzin.
De past perfect gebruik je om te praten over dingen in het verleden die plaatsvonden voor een andere actie in het verleden. Dit is een oefening hierover.
Conditionals in het Engels zijn if-zinnen waarin je een voorwaarde en het resultaat van die voorwaarde hebt. Je hebt een voorwaardelijke bijzin en een hoofdzin.
Het verschil tussen can of can’t is belangrijk om te weten omdat ze een andere betekenis hebben. Dit is een oefening waarin je de juiste vorm moet kiezen.
Modal verbs in het Engels zijn een soort hulpwerkwoorden die vaak voorkomen. Ze worden gebruikt om extra betekenis te geven aan het hoofdwerkwoord.
Sommige mensen weten niet welke ze moeten kiezen: life, live of lives. In deze oefening kan je oefenen op het kiezen van de juiste vorm in de juiste context.
Lidwoorden zijn aanwezig in elke taal maar soms weet je niet wat je moet kiezen. A en an gebruik je voor algemene dingen, the gebruik je voor iets specifiek.